De AMVV, de Algemene Maatschappij Voor Varenden, werd opgericht in 1961. In die tijd telde de binnenvaart zo’n 19.000 schepen en ruim 80.000 opvarenden! De schippersjeugd, zeg van 15 tot 25 jaar, ging in die tijd in Amsterdam naar De Steiger, waar, onder de vlag van de toenmalige Hervormde schippersjeugdraad van de Varende Gemeente, gezellige avondjes werden georganiseerd. Vooral om, en zo staat het letterlijk beschreven ‘ de schippersjeugd een beetje in toom te houden’. ‘Er werden spelletjes gedaan, er werd muziek gedraaid, maar er mocht niet gedanst worden en er mocht alleen limonade worden geschonken’, vertelde de toenmalige ‘jeugdleider’ Jan Punt in december 1994 in zijn afscheidsinterview in Weekblad Schuttevaer. ‘De jaren zestig zette de zaak op scherp. De jongeren wilden hun eigen muziek draaien en ook een pilsje kunnen drinken , maar het bestuur van de Varende Gemeente bleef bij hun standpunt. Het mocht niet.’
Er ontstond een bestuurlijke crisis waarop Adri Barèl en Jan Punt besloten een eigen koers te varen. In juni 1961 richtten zij, ‘met dubbeltjes en kwartjes’ de Algemene Maatschappij voor Varenden (AMVV) op. In het begin lag het accent van het sociaal cultureel werk vooral op het jeugd- en jongerenwerk. In verenigingsgebouw De Arend, vlakbij de Houthaven, werden vrijwel elke avond activiteiten georganiseerd.In De Arend werd dans- en judoles gegeven. Er stond een tv, er waren biljarttafels, er werden (sport) wedstrijden georganiseerd, zoals voetbaltournooien, roeien door de grachten, maar ook songfestivals, missverkiezingen en in het weekend waren er sociëteitsavonden waar elke week de nieuwste plaatjes werden gedraaid en muziekbandjes speelden. Er zijn heel wat AMVV-huwelijken in de binnenvaart en er worden nog regelmatig reünies van de Arendtijd gehouden.
'Gezellige avonden voor het hele gezin'
Hoogtepunten in die beginjaren van de AMVV waren de sociëteitsavonden tijdens de bietencampagne in Halfweg, Dinteloord en Stampersgat en natuurlijk de ‘Hollandse avonden’ langs de Rijn in de strenge winter van 1962-1963. Punt en Barèl maakten met een snel geformeerd gelegenheidsorkest van vijf schippersjongens een vijfdaagse toer langs Mannheim, Mainz, Oberwinter, Keulen en Duisburg. Gezellige avonden voor het hele gezin omdat mensen soms al meer dan een maand ingevroren lagen. Aanvankelijk was er de nodige sepsis, maar uiteindelijk kwamen er in totaal mensen van 134 particuliere schepen en 121 rederijschepen. En naderhand, vele bedankjes, ook van de rederijen.
Officieel erkend
In 1964 werd de AMVV officieel erkend. In dat jaar werd, van uit het toenmalige ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ( SZW), voor het eerst subsidie ontvangen voor de sociaal culturele activiteiten en het welzijnswerk in de binnenvaart.
Het belangrijkste doel van de AMVV was, in de breedste zin des woords: de schipper uit het sociale isolement te halen. Er waren nog geen telefoons of computers aan boord. In bijzondere gevallen werden zaken gecommuniceerd via sluizen en sluiswachters, waar met krijt op een bord geschreven werd dat er een bericht voor je was.
Kinderen werden soms zes weken niet opgehaald van het internaat of gingen zelfs alleen de vakanties naar boord. Dat betekende ook dat jongere kinderen, maar ook de schippers en schippersvrouwen soms weken verstoken waren van contact met de buitenwereld en vaak een heel eigen, van de wal afgekeerd leven leidden.
Op het hoogtepunt van haar bestaan had de AMVV zeven ‘ontmoetingszwanen’, waar tientallen mensen werkten en daarnaast nog vele vrijwilligers in de regionale AMVV-afdelingen.
Onderwijs voor varende kleuters
In 1965 deed de AMVV een onderzoek naar de behoefte aan kleuteronderwijs. Van de 2500 kleuters in de binnenvaart bleek maar een paar procent slechts af en toe naar een kleuterschool te gaan.
Barèl en Punt maakten plannen voor een eigen schooltje en trokken de schepen over om daar met ouders over te praten. ‘ Veel ouders voelden daar weinig voor. Ze waren zelf toch ook niet naar de kleuterschool geweest’, vertelde Punt later.
In 1967 stelde de Bernard van Leer Foundation de AMVV in staat een professionele start te maken en ging in De Arend de eerste ligplaatsschool voor varende kleuters van start. Er werden, ook als vrijstelling van de schoolplicht, kleutermappen gemaakt voor kinderen aan boord, de interesse van ouders nam toe, het aantal ligplaatsscholen werd snel uitgebreid en binnen een paar jaar stonden er een kleine duizend kinderen ingeschreven.
Begin jaren negentig, werd, met het oog op de veranderde leerplichtwet, op initiatief van de AMVV, vanuit de diverse ligplaatscholen de LSOVK ( later LOVK) opgericht, de Landelijke Stichting voor Onderwijs aan Varende kleuters. Die kon, als één erkende basisschool aan de wettelijke eisen voldoen, waardoor vijf jarigen niet naar het internaat hoefden en daar is in die tijd hard voor gestreden!
In 1967 werd de Witte Zwaan in de Leuvehaven in Rotterdam in gebruik genomen, in 1968 volgden de Zwarte Zwaan in de Rotterdamse Maashaven en de Zilveren Zwaan in Maasbracht, gevolgd door Gulden Swaen in Antwerpen, de Blauwe Zwaan in Groningen en de Groene Zwaan in Terneuzen. Het waren ontmoetingscentra voor de binnenvaart, maar er werden ook allerlei bijeenkomsten, cursussen en activiteiten georganiseerd voor varenden, die in die tijd, wachtend op werk via de beurs, regelmatig een paar weken stil lagen.